Dag 11, zondag 22 april 2012.

Programma vandaag: Abu Simbel en privégraven te Aswan.

Abu Simbel.

Om 3 uur 's ochtends ging de wekker om vervolgens naar het verzamelpunt te rijden vanwaar we in een klein konvooi, van 18 vervoermiddelen vertrekken richting Abu Simbel een rit van zo'n 3 uur.

Daar aangekomen is het inmiddels licht geworden en schijnt de zon volop. En na wederom weer de nodige verkopers te hebben afgewimpeld lopen we richting de tempels, die ook zijn verplaatst wegens de bouw van de Hoge dam. Daar aangekomen kun je alleen maar bewonderend toekijken.
Helaas bestaat hier een film en fotograveer verbod, die ook niet met fooien te omzeilen was omdat er teveel toeristen aanwezig waren, maar geen nood, ik heb toch nog iets kunnen filmen....

Abu Simbel is het artistieke hoogtepunt van alle bouwwerken van Ramses II. Het complex bestaat uit 2 tempels de grote tempel herbergt de cultus van de 3 grote rijksgoden Amon, Re-Harachte en Ptah.
De kleine tempel is gewijd aan de Godin Hathor, die hier wordt belichaamd door Koningin Nefertari.
Ramses heeft al heel vroeg in zijn regering opdracht gegeven tot de bouw van de tempels want in jaar 20 van zijn regering was de grote tempel al klaar met zijn 4 beelden van 22 meter hoog.

De beelden stellen allemaal Ramses II voor, maar de namen verschillen. De zuidelijke beelden heten, Ramses zoon van de heersers en heerser van beide landen, de noordelijke beelden heten Ramses geliefd door Amon en Ramses geliefd door Atoem.
Boven de ingang staat Ramses terwijl hij offert aan Ra.
Zijn attributen vormen in verbinding met zijn beeld de troonnaam van Ramses Oesermaatre.

Klik op de ticket om de foto's te zien van de Ramses II tempel.

Binnen in de tempel zijn er voorstellingen van offerscenes en feestelijke barkprocessies. Maar ook is hier weer een enorme afbeelding van de slag bij Kadesj over de strijd die Ramses II met de Hittieten heeft geleverd.
De ruime en hoge rotshal met 8 grote Osiris beelden van de koning wordt nauwer naar de 2e zuilenhal toe en alsmaar lager en het allerheiligste achterin is eigenlijk een grot 60 meter diep in de tempel. Hier staan de beelden van de goden Amon, Re-Harachte en Ptah en de koning zelf zit hier ook bij.

De Tempel stond zo dat de zon 2 x per jaar op 20 februari en op 20 oktober helemaal tot achterin de tempel scheen. Beide tempels zijn in 1964 verhuisd en in 1968 is dit voltooid.
De tempel is in 1036 blokken gezaagd en hij is 210 meter landinwaarts en op een 65 meter hoger gelegen terrein weer opgebouwd.
De technische uitvoering van dit plan was eigenlijk net zo groot als de oorspronkelijke bouw van de tempel. Maar de tempel is geografisch iets verschoven want de zon komt nu niet meer op de 21 binnen, maar 22 februari en op 22 oktober.

Klik op de foto om er meer te zien van de Nefertari tempel.

Na deze indrukwekkende tempels moesten we even wachten tot de andere mensen uitgekeken waren en konden we even lekker relaxen op een terrasje, beschermd door een parasol tegen de inmiddels zinderende zon. Het was inmiddels zo'n 45°C geworden.
Na een uurtje was het konvooi weer compleet en konden we de terugweg aanvaarden door de woestijn.

Klik op de foto voor een paar foto's van de terugreis.

Om 2 uur waren we weer terug in Aswan, wat me de gelegenheid bood om nog een viertal privégraven uit de 6de en 12de dynastie te bezoeken. Deze graven liggen in een berg praktisch direkt aan de overkant van de Nijl gezien vanuit het hotel. Aangezien dit niet in het normale programma zit of beter gezegd optioneel was, ging ik er alleen heen. Ditmaal ging de oversteek van de Nijl met een zogenaamde Feloeka, een soort zeilboot.

De prinsen, nobelen en priesters leefden en woonden in Aswan, gedurende de 6de en de 12de dynastie. Ze werden "De bewakers van de poort naar het zuiden" genoemd. Hun taak was de uiterst kwetsbare zuidelijke grens van Egypte te bewaken tegen de aanvallen van de bewoners van het land Kush (Soedan). De graven werden ontdekt in 1947 door de Egyptische egyptoloog Labib Labachi.
Men kan de graven bereiken via de noordelijke stenen trap.

Toen Mekhu door farao Pepi II benoemd werd als grenswachter, ondernam hij vele reizen en expedities naar het donkere Afrika. Bij een van zijn expedities werd hij aangevallen en vermoord door een wilde woestijnstam. Zijn zoon Sabni ondernam een zoekactie en liet het stoffelijk overschot overbrengen naar Aswan. Farao Pepi II stuurde vanuit Memphis professionele balsemers naar Aswan om Mekhu een staatsbegrafenis te geven. Sabni kreeg troepenversterking om de wilde woestijnstam te straffen. Hiermee eerde Pepi II zijn loyale grensbewakers die de grenzen van Boven-Egypte veilig stelden. In ruil gaf Sabni een deel van de oorlogsbuit aan Pepi II.
De graven zijn met elkaar verbonden om de relatie van vader en zoon te benadrukken. De graven bevatten enkel muurschilderingen daar de zachte rotswand niet geschikt was om bas-reliëfs in te beeldhouwen.
Ze beelden jachttaferelen en visvangst scènes uit. Halverwege de grafruimte staat een granieten offertafel.
De grafruimten zijn niet gerestaureerd.

Sirenpowet I was de gouverneur van Aswan en de zuidelijke landen en tevens opzichter van de priesters van Chnoem en Satet onder de heerschappij van farao Senoeseret I.
In zijn graf werden er uitzonderlijke versieringen aangebracht die helaas de tand des tijd niet overleefd hebben.
In de voorhof ziet men op de muren en de zuilen  afbeeldingen van hemzelf tijdens de jacht en visvangst. Men ziet een fraaie afbeelding van een hond en een afbeelding waarbij Sirenpowet I een stierengevecht bijwoont.
Op de muren in het graf ziet men een scène waarbij een klapnet wordt opengerold om vogels te vangen. Deze scènes kan men slechts met moeite herkennen. Het graf van zijn kleinzoon Sirenpowet II is heel wat beter bewaard gebleven.

Het mooiste en best bewaarde graf van de rotsheuvel. Hij was de opperpriester van de profeten van de Chnoem tempel. In de eerste grafkamer staan 6 pilaren, waar zich muurschilderingen bevinden van zijn vrouw en familie.
In een smalle gang staan zes merkwaardige beelden, die de gemummificeerde prins voorstellen.
Aan het einde van de gang is er een kapel. In een nis bevindt zich een muurschildering die zijn zoon uitbeeld.
Hij wordt kleiner afgebeeld dan zijn vader terwijl hij een lotus in zijn rechterhand vasthoudt. Hij betuigt eer aan zijn vader. Op de tafel staan brood, druiven en een geslachte eend. De kleuren zijn zeer mooi.
Linksboven ziet men een uniek hiëroglief  dat een olifant voorstelt.
In de cartouches ziet men de naam van de farao Amenemhat II.
Enkel de farao mocht zijn naam in een cartouche laten schrijven, dit recht hadden prinsen en edelen niet.
Op de rechtermuur kan men nog duidelijk het raster zien die de artiesten gebruikten om een tekening te maken. Achteraf werd dit raster dan normaliter verwijdert.

Fotoalbum van alle 4 de graven en meer. (Klik op de ticket)

Nou, ik kan zeggen dat het nog steeds niet gaat vervelen hier in Egypte, elke dag weer wat nieuws en het blijft imponerend, enerverend, fantastisch, geweldig en magnifiek.
Ook de boottocht met een falouka was een ervaring op zich en leuk om te doen.
Aangekomen in het Hathor hotel even lekker opfrissen, vervolgens even een kijkje nemen op de plaatselijke markt. Uiteraard had Olette hier ook een kennis zitten, waar we een lekker bakje thee kregen en waar ik een paar leuke shirts heb gevonden als aandenken.
Na een uurtje vervolgende we onze weg en omdat het goed is bevallen namen we weer plaats bij het Isis hotel om een hapje te eten en uiteraard wat te drinken.
Op een gegeven moment kwam er een boot aanmeren en aangezien we morgen een boot nodig hadden om de naar de botanische tuin en het Nubische dorp te varen, bond Olette een gesprek aan met de kapitein, Habibi genaamd. Blijkbaar hadden ze beiden er een goed gevoel bij, want ze werden het zakelijk vrij snel eens en Habibi werd tevens deelnemer aan het netwerk van Olet.
Om deze overeenkomst te beklinken nodigde hij ons uit van een nachtelijk boottocht over de Nijl, ook weer leuk. om mee te maken.

Aswan bij nacht (foto's).